Geluid

Met de Geluid-blokken regel je alles wat met geluid te maken heeft.

Geluidenbibliotheek

In Scratch vind je een hele bibliotheek vol geluiden en muziekjes. Die kun je "ophalen" door op het grijze tabblad met de tekst Geluiden te klikken en daarna op de luidspreker.

Vervolgens kun je deze geluiden met de volgende twee blokken laten afspelen in je project. Via het zwarte driehoekje kun je een van de opgehaalde geluiden selecteren.

start geluid [meow v]

start geluid [meow v] en wacht

Wil je dat je geluid eerst helemaal te horen is voordat de computer het codeblokje dat eronder hangt gaat uitvoeren? Kies dan voor het blokje met 'en wacht' aan het eind.

Dat is bijvoorbeeld handig als je een geluid meerdere keren wilt laten afspelen. Gebruik je dan niet de versie met 'en wacht' aan het eind, dan gaat het fout, zie hieronder. Scratch blijft dan het allereerste begin van het geluid herhalen.

herhaal
start geluid [meow v] en wacht

Stop alle geluiden

Dit blok stopt elk geluid dat wordt afgespeeld.

stop alle geluiden

Muzieknoten

Kies via het zwarte driehoekje welk slagwerk je wilt horen en vul in dit blok ook in hoe lang je dat wilt horen.

speel slagwerk (1 v) (0.25) tellen

Met dit blok kun je een pauze in een stukje muziek inlassen:

pauzeer (0.25) tellen

Met dit blok kun je je eigen muziek componeren. Zet verschillende noten (weergegeven als een getal) achter elkaar, vul in hoe lang elke noot moet duren en maak een muziekstuk.

speel noot (60 v) (0.5) tellen

Instrumenten

Zet dit blok aan het begin van je code om te bepalen welk instrument een sprite gebruikt als de computer de noten moet spelen.

gebruik instrument (1 v)

Volume

Met dit blok kun je geluiden harder maken (met een positief getal) of zachter (met een negatief getal).

verander volume met (-10)

Hiermee kun je het volume instellen met een getal tussen 0 en 100 procent.

zet volume op (100)%

Als je ergens in je project wilt weten wat het volume op dat moment is, kun je deze variabele gebruiken:

(volume)

Tempo

Voor een sneller tempo gebruik je in dit blok een positief getal. Wil je juist dat alle noten langzamer worden gespeeld, gebruik dan een negatief getal.

verander tempo met (20)

Hiermee kun je het tempo instellen; oftewel de snelheid waarmee de noten achter elkaar gespeeld worden.

maak tempo (60) bpm

Als je ergens in je project wilt weten wat het tempo op dat moment is, kun je deze variabele gebruiken:

(tempo)