Uit Dutch Scratch-Wiki
Het onderwerp van dit artikel of deze sectie is dramatisch veranderd en moet worden bijgewerkt. Sommige informatie of afbeeldingen zijn mogelijk niet nauwkeurig of relevant voor de huidige versie van Scratch, de Scratch website, of het onderwerp van het artikel. (Oktober 2024) |
In de categorie 'data' worden alle blokken geplaatst die te maken hebben met variabelen en lijsten.
variabelen
een variabele aanmaken
Om een variabele aan te maken ga je naar de data tab en klik je op 'Maak een variabele'. Hierdoor krijg je dit venster:
in dit venster heb je een aantal opties:
De naam van de variabele
Het is belangrijk dat de naam van je variable weergeeft wat je variable moet doen, hierdoor kan je later, moest er een probleem zijn, snel kijken wat er fout gaat. Bijvoorbeeld: als ik een variabele maak om te tellen hoeveel keer ik op een sprite klik, dan kan ik die 'klik teller' noemen.
voor alle sprites/alleen deze sprite
Deze optie bepaalt of je de variabele allen in de scripts van de sprite waar je je in bevindt bij het aanmaaken, kan gebruiken of in de scripts van alle sprites.
cloud-variabele
Note: Deze optie is alleen beschikbaar als je de scratcher-status hebt. De scratcher status krijg je toegewezen door het scratch team als je actief bent op de site.
Het verschil tussen een cloud-variabele en een gewone variabele is dat een cloud-variabele opgeslagen wordt en een gewone niet. Wat dit betekent is dat een cloud-variabele zijn waarde behoud als die wordt geupdate. Dit is een handige optie voor bijvoorbeeld een high-score systeem. Cloud-variabelen hebben een aantal beperkingen zoals: er is een limiet van 10 cloud-variabelen per project en je kan alleen maar cijfers naar een cloud-variabele opslaan.
Variable veranderen
Er zijn twee blokken die de waarden van variabelen veranderen.
maak [Variabele v][0]
Dit blok zorgt ervoor dat de variabele 'Variabele' de waarde krijgt die wordt ingegeven.
Verander [Variabele v] met ()
Dit blok verandert de waarde van 'Variabele' met de waarde ingegeven, is deze waarde positief, dan wordt het getal opgeteld, is deze negatief, dan wordt het getal afgetrokken.
variabelen tonen/verbergen
De volgende twee blokken zorgen ervoor dat de variabele zichzelf laat zien of niet:
toon variabele [Variabele v] verberg variabele [Variabele v]